Je komt naar het ziekenhuis voor een onderzoek, behandeling of operatie onder narcose.
Voor het gemak noemen we deze drie dingen in deze folder “ingreep”. Kijk voor filmpjes ook op: www.hetwkz.nl/nl/ziekenhuis/behandeling/narcose-anesthesie.
Narcose wil zeggen dat je gaat “slapen” met behulp van medicijnen zodat je niks van de ingreep voelt. We noemen dit wel slapen maar het is geen gewone slaap. Als je onder narcose bent kun je niet uit jezelf wakker worden. De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen gaat geven. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als de ingreep klaar is. We noemen hem ook wel de slaapdokter.
Voordat je een ingreep onder narcose krijgt, heb je een afspraak op de POS-poli. POS-poli is de afkorting van: Pre Operatief Spreekuur. Dat betekent: het spreekuur vóór een onderzoek, behandeling of operatie onder narcose.
De POS-poli is in het WKZ op de 1e verdieping.
Op de POS-poli heb je, samen met je ouders een gesprek met de POS-verpleegkundige of met de slaapdokter.
Wat gebeurt er op de POS-poli?
Ze willen van alles weten over je gezondheid. Bijvoorbeeld:
- welke ziektes je hebt gehad
- of je koorts hebt
- of je verkouden bent
Soms meten ze je gewicht, je lengte, je bloeddruk of je hartslag. Vertel ons hoe we dit het beste bij jou kunnen doen.
Ze bespreken met jou en je ouders:
- hoe het gaat als je onder narcose gaat
- hoe jij het beste de narcose kunt krijgen:
- met een infuus
- of met een kapje
- of jij en je ouders toestemming geven voor de narcose zoals in Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) is vastgelegd
- Wat jou kan helpen als je je vervelend voelt of bang bent
Als je tegen de narcose op ziet of er vragen over hebt, bespreek dat dan met de POS-verpleegkundige of de slaapdokter.
Heb jij of hebben je ouders behoefte aan voorbereiding en/of begeleiding dan mag je altijd naar de medisch pedagogisch zorgverlener vragen.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Ongeveer twee weken voor de ingreep belt een medewerker van het Bureau Inschrijving en Opname. Hij spreekt af op welke dag, hoe laat en op welke afdeling je samen met je ouder(s) in het WKZ verwacht wordt.
Voor ouders: voorbereiding
- Als er tussen het gesprek op de POS-poli en de ingreep langere tijd is verlopen, dan krijgt u een controle-afspraak voor telefonisch overleg met de POS-poli om eventueel de laatste veranderingen in de gezondheidstoestand van uw kind en afspraken door te nemen.
- Neem contact op met het opnamebureau als uw kind:
- ziek is (meer dan 38 graden Celsius koorts heeft, verkouden is of diarree heeft)
- contact met een kind met waterpokken heeft gehad
- minder dan 2 weken geleden een BMR of griep vaccinatie heeft gehad
- minder dan 2 dagen geleden een DKTP vaccinatie heeft gehad
- Als er tussen het gesprek op de POS-poli en de geplande ingreep veranderingen zijn geweest in de gezondheidstoestand van uw kind (medicijngebruik, gewichtstoename) geef dit dan door op de dag van de ingreep.
- Het kan voorkomen dat op de dag van de opname door een spoedoperatie het geplande tijdstip van de operatie verlaat is. Als dit gevolgen heeft voor wat uw kind mag eten of drinken, dan wordt u hierover geïnformeerd.
- Heel af en toe komt het voor dat vanwege spoedpatiënten de ingreep naar een andere dag verschoven wordt. Als dit het geval is komt de behandelend arts dit met u bespreken.
- Soms wordt een afspraak verzet. U wordt dan gebeld door het opnamebureau om een nieuwe afspraak te maken.
Niet eten, maar wel drinken
Als je onder narcose gaat, mag je niet eten en drinken zoals je gewend bent.
Ook zijn de regels in het WKZ soms anders dan in andere ziekenhuizen. Vanaf een bepaald tijdstip mag je niets meer eten. Maar we willen juist wel graag dat je blijft drinken.
De slaapdokter spreekt met jou en je ouders af tot hoe laat je mag eten en hoeveel en wat je mag drinken.
Het is heel belangrijk om je hier goed aan te houden en ook dat je niet stiekem iets eet of drinkt. Tijdens de narcose kun je je namelijk verslikken en dat is niet goed voor je longen.
Voor ouders
Op de POS-poli bespreken we met u vanaf hoe laat uw kind niet meer mag eten. Voor de laatste informatie over niet eten maar wel drinken, kijkt u op www.hetwkz.nl/nl/operatie-ingreep-onderzoek-onder-anesthesie. | Het is belangrijk dat uw kind voor de ingreep onder narcose of sedatie niet gegeten heeft maar wel wat drinkt, want anders kan je je tijdens de narcose verslikken en dat is niet goed voor je longen. |
Wat kan er gebeuren als mijn kind wel eet?
Uw kind kan zich verslikken. Als er maaginhoud in de luchtwegen komt is er zelfs kans op verstikking en/of een longontsteking. Gevolg hiervan is dat uw kind misschien wel op de intensive care opgenomen moet worden. Dit willen we natuurlijk voorkomen. |
Wat doen jullie als mijn kind wel gegeten heeft?
Dan stellen we de ingreep onder narcose of sedatie uit. Dit kan zijn op een later tijdstip op de geplande dag. Of zelfs naar een andere dag. |
Kan mijn kind wel zo lang zonder eten?
Het kan zijn dat het suikergehalte in het bloed van uw kind daalt, waardoor hij zich niet lekker gaat voelen. Dat willen we natuurlijk ook voorkomen. Daarom moet uw kind tot het tijdstip voor de ingreep onder narcose of sedatie wel drinken. |
Advies
- Voor sommige kinderen is het lastig om niet te eten. Veel ouders willen hun kind hierbij steunen en eten zelf ook niets.
- Wij raden u toch aan om zelf wat te eten. U kunt dat doen buiten het gezichtsveld van uw kind. Of door er een goede uitleg over te geven.
Als u wel wat eet, voorkomt u dat u, door de spanning, niet lekker wordt. Het zou jammer zijn als u, door uw steun, niet de optimale zorg kunt bieden op het moment dat uw kind dat nodig heeft. |
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
Hoe ga je onder narcose?
Met de slaapdokter spreek je op de POS-poli af hoe je onder narcose wilt gaan:
- met een kapje
- met een infuus
Als je al een infuus hebt, wordt deze meestal gebruikt.
Met een kapje
Een kapje is doorzichtig. De slaapdokter zet het over je neus en mond en houdt het vast. Daarna komt er een speciale lucht uit het kapje. Door die in te ademen val je langzaam in een soort slaap. Het kan zijn dat je een beetje draaierig wordt of een vreemd gevoel krijgt. Het gaat meestal vanzelf over en duurt maar kort.
Wat kun je zelf doen?
Vind je de lucht niet lekker ruiken? Adem dan door je mond en niet door je neus. Je kunt dit thuis al eens samen met je ouders oefenen zodat je weet hoe dat moet. Bijvoorbeeld door tegen een windmolentje te blazen. Spreek ook vast af wat jullie gaan doen als je het kapje krijgt. Bijvoorbeeld samen tellen, aan iets leuks denken of iets zingen.
Met een infuus
Als je met een infuus onder narcose gaat, krijg je een prik in je hand of je arm. Daarna blijft er een dun, plastic rietje in je bloedvat (ader) zitten. Dit noemen we het infuus. Via dat rietje komt een slaapmedicijn in je lichaam.
Voor ouders: onder narcose
• Als uw kind een speen gewend is, kunt u aan de anesthesioloog vragen of uw kind de fopspeen tijdens de narcose met een kapje in mag houden. | • U kunt het langst contact met uw kind houden door te praten of te zingen. |
Voor iedereen is een prik anders. Om te zorgen dat je er minder van voelt, kunnen we je huid verdoven met EMLA® zalf, ook wel toverzalf. De zalf brengen we een uur vooraf aan op de juiste plek. Wil je meer weten over een infuus?
- Kijk dan op www.hetwkz.nl of vraag de folder over het infuus.
- Speel de Prik! app. Hiermee kun je precies zien wat we doen als jij een infuus krijgt.
Kom je van huis, neem dan mee...
- Je medicijnen (als je die gebruikt).
- Je knuffel of iets anders dat belangrijk voor je is.
- Luchtige kleren die makkelijk zitten. Een pyjama of een joggingbroek en een T-shirt bijvoorbeeld.
- Iets om te doen, bijvoorbeeld een boek of je smartphone (wifi is beschikbaar).
- Blijf je ‘s nachts in het ziekenhuis slapen neem dan ook hiervoor spullen mee, zoals sloffen/slippers, toiletspullen (tandpasta, tandenborstel, zeep).
Je mag als je onder narcose gaat geen sieraden dragen. Laat kettinkjes, oorbellen, piercings en ringen dus thuis.
Ook mag je geen make-up of nagellak op. De slaapdokter kan aan de kleur van je huid en je nagels zien of het goed met je gaat. Met een extra kleurtje eroverheen lukt dat niet.
Wat doen wij vóór de ingreep?
Op de afdeling
- Je krijgt speciale operatie kleding aan (jasje en broek) omdat in de operatiekamer (de OK) alles heel erg schoon moet zijn. Je mag je eigen onderbroek en je sokken aanhouden.
- Heb je lang haar, doe je haar dan in twee staartjes of vlechten. Dat ligt lekkerder.
- Je krijgt een naambandje om je pols. Hierop staat je naam, geboortedatum en op welke afdeling je opgenomen bent.
- Sommige kinderen krijgen een drankje, een pilletje of een zetpil om rustiger te worden. De slaapdokter spreekt van tevoren met jou en je ouders af of jij dat nodig hebt. Hierdoor kun je slaperig worden. Ga daarom alvast in je bed liggen.
- Als je aan de beurt bent, wordt er naar de afdeling gebeld dat je mag komen. Je gaat in je bed liggen en wordt naar de operatieafdeling gereden. Je ouders mogen allebei mee naar de wachtkamer van de operatiekamer. De operatieafdeling is op de tweede verdieping. Om daar te komen moet je soms met de lift. Er gaat een verpleegkundige mee. Als jij of je ouders het fijn vinden kan er ook een medisch pedagogisch zorgverlener mee.
- Je komt eerst in de wachtruimte voor de operatiekamer. Dit noemen we de holding.
In de holding
- Meestal zijn er ook andere kinderen met hun ouders aan het wachten.
- Eén van je ouders en de medisch pedagogisch zorgverlener of verpleeg kundige doen operatie-kleding over hun eigen kleding. Zo blijft alles schoon in de OK.
- Jullie wachten in de holding totdat de medewerker van de operatiekamer jullie komt ophalen. Je kunt hem herkennen aan een blauw pak en een muts. Als je gegevens nog een keer gecontroleerd zijn, en je eventuele vragen beantwoord zijn, ga je met één van je ouders en de medisch pedagogisch zorgverlener of verpleegkundige naar de operatiekamer.
- Je andere ouder kan op de gang wachten.
In de operatiekamer
In de operatiekamer zie je veel apparatuur en een smal bed op één poot. We noemen dit de operatietafel. Boven de operatietafel hangt een grote lamp. De dokters en verpleegkundigen dragen speciale pakken en een muts.
- Je bed wordt naast de operatietafel gereden. De slaapdokter zegt of je op de operatietafel mag gaan liggen of zitten. Als het kan mag je dit zelf doen, anders wordt je geholpen. Soms wordt je bed bij de ingang van de operatiekamer neergezet. Je ouder mag je dan dragen of je mag zelf op je sokken naar binnen lopen.
- Op de operatietafel ligt een verwarmde deken. Je krijgt ook een deken over je heen. Je hoeft het dus niet koud te krijgen.
- Je ouder mag dicht bij je staan zodat je elkaar goed kunt zien, met elkaar kunt praten en als je dat wilt elkaar een hand kunt geven.
- Ook krijg je een plakker met daarin een klein lampje op je vinger of teen geplakt. Dit is een saturatiemeter. De dokter kan dan zien hoeveel zuurstof er in je bloed zit.
- Het jasje wordt losgemaakt en je krijgt drie speciale stickers op je borst geplakt. Dit zijn monitorstickers. Aan de dopjes op de stickers komen draadjes. Deze draadjes zijn aangesloten op een monitor. Dit is een soort computer, die je hartslag in de gaten houdt. In het begin kunnen ze wat koud aanvoelen omdat er een soort gel op zit.
De narcose
De slaapdokter brengt je daarna onder narcose. Als je onder narcose bent kun je niet uit jezelf wakker worden. De slaapdokter zorgt voor jou tijdens de narcose en zorgt ervoor dat je pas wakker wordt als de ingreep klaar is. Op de POS-poli heb je kunnen kiezen of je een kapje of een infuus wilt.
Het kapje
De slaapdokter staat bij het hoofdeind en houdt het kapje vast. Je ademt rustig door je mond totdat je in slaap valt. Je ouder blijft bij je tot je slaapt. Afleiding helpt!
Het infuus
Als het infuus klaar is, wordt het slaapmedicijn ingespoten. Het kan een beetje koud of prikkelend aanvoelen, soms krijg je een warm gevoel in je keel of een vreemde smaak in je mond. Je ouder blijft bij je tot je slaapt. Afleiding helpt!
Als je onder narcose bent, gaat je ouder met de medisch pedagogisch zorgverlener of de verpleegkundige terug naar de afdeling. De dokter zegt van te voren waar je na de ingreep naar toe gaat:
- naar de uitslaapkamer, we noemen dit ook wel de recovery of
- naar de Kinder-Intensive Care, deze afdeling noemen we ook wel de IC.
Als je wakker wordt zie je daar je ouder weer.
Voor ouders: in de operatiekamer
- U kunt bij uw kind aanwezig zijn bij het in slaap gaan tijdens de narcose op de operatiekamer.
- U kunt aanwezig zijn bij het ontwaken van uw kind uit de narcose op de uitslaapkamer.
- Het kan zijn dat uw kind ondanks alle voorbereidingen in paniek raakt. In deze situatie besluit de anesthesioloog om uw kind snel onder narcose te brengen en deze stressvolle situatie zo kort mogelijk te houden.
- Uw kind kan onrustig gaan bewegen wanneer het bijna onder narcose is. Dit kan erbij horen. Uw kind is zich dit niet meer bewust.
- Sommige kinderen sluiten niet direct hun ogen, dit kan een vreemde indruk maken. Het lijkt dan of uw kind nog bij bewustzijn is. Maar dat is dan niet zo.
- Het onder narcose gaan van uw kind kan ook voor u een emotionele gebeurtenis zijn. Mocht u denken dit niet aan te kunnen, meld dit dan op de POS-poli.
- Bent u zwanger? Dan kan het zijn dat het niet raadzaam is uw kind op de operatiekamer te begeleiden. Meld het op de POS-poli.
Wanneer uw kind niet meer bij bewustzijn is (onder narcose), vraagt de anesthesioloog u samen met de medisch pedagogisch zorgverlener of de verpleegkundige de operatiekamer te verlaten. |
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
Uitslaapkamer
Na de ingreep ga je in je eigen bed naar de uitslaapkamer. Meestal merk je niet eens dat je daarheen wordt gebracht, omdat je nog slaapt. In de uitslaapkamer mag één van je ouders bij je komen zitten. Meestal zijn er meer kinderen met hun ouders.
Er zijn in de uitslaapkamer dokters en verpleegkundigen aanwezig. De monitorstickers en de saturatiemeter heb je nog steeds. Zo kunnen ze je goed in de gaten houden. Je moet daarom ook in je bed blijven liggen.
Voor ouders: in de uitslaapkamer
Overleg altijd eerst met de verpleegkundige van de uitslaapkamer of uw kind op schoot mag, voordat u uw kind uit bed pakt. |
Als je wakker wordt heb je een infuus. Als je met een kapje onder narcose bent gegaan heeft de slaapdokter jou een infuus gegeven toen je sliep. Je hebt hier niets van gemerkt. Dit is nodig om je “water” en soms medicijnen te geven. Wat je verder nog ziet of merkt na de ingreep is voor iedereen verschillend, bijvoorbeeld verband of hechtingen. Het beste kun je dit vooraf aan je dokter of verpleegkundige vragen.
De bloeddrukband zit nog om je arm. Af en toe meten we je bloeddruk. De band voelt dan even strak om je arm.
Voel jij je niet zo lekker, heb je pijn of ben je misselijk als je wakker wordt? Zeg het dan tegen je ouder of de verpleegkundige, dan kunnen ze er rekening mee houden.
Hoe zal het bij jou gaan? Dat is moeilijk van te voren te zeggen. Het ligt ook een beetje aan welke ingreep je hebt gehad. Je krijgt daarover uitleg op de POS-poli.
Als je wakker genoeg bent, en al je controles zijn goed, dan komt een verpleegkundige jullie halen om terug naar de verpleegafdeling te gaan.
Voor ouders: direct naar huis
Als uw kind direct na de operatie weer naar huis mag, krijgt u gericht advies mee over de pijnstillende medicijnen die u in de eerste twee dagen na de ingreep op vaste tijden aan uw kind mag geven. |
Weer terug op de afdeling
Als je weer op de afdeling bent en wat wilt eten of drinken, vraag het dan aan de verpleegkundige. Heb je vragen, stel ze dan aan de dokter of verpleegkundige. Bijvoorbeeld over pijn, hoe lang je in bed moet blijven en wanneer je weer naar huis mag. Als je na de narcose direct weer naar huis mag, krijg je informatie over wat je tegen de pijn mag nemen in de eerste twee dagen daarna.
De Kinder-Intensive Care
Als het belangrijk is dat er na de ingreep extra goed op je gelet wordt, kom je op de Kinder-IC. Dit is de kinder-intensive care. Als je naar de Kinder-IC gaat, hoef je niet eerst naar de uitslaapkamer. Als je weer voldoende opgeknapt bent, ga je weer terug naar de verpleegafdeling.
Leven met uitklapper, klik om te openen
Bijwerkingen van de narcose
Tijdens de narcose krijg je soms een buisje in je keel, dat helpt om te ademen. Soms heb je daardoor keelpijn of ben je wat hees als je wakker wordt. Dat gaat vanzelf weer over.
Door de narcose of de ingreep kun je misselijk zijn of overgeven. Je kunt hiervoor medicijnen krijgen van de verpleegkundige in de uitslaapkamer of op de afdeling.
Soms kan het even duren voordat je je weer helemaal de oude voelt. Dit is normaal, en hangt af van de ingreep die je krijgt.
Bijwerkingen van de ingreep
Wil je weten wat de bijwerkingen kunnen zijn van de ingreep die jij krijgt?
- Vraag dat aan de dokter.
- Lees de folder over de ingreep die je krijgt. Daarin staan de mogelijke bijwerkingen.
- Door de ingreep kun je pijn hebben. Wat we daaraan kunnen doen, lees je verderop.
Voor ouders: Weer thuis na een ingreep onder narcose
Ieder kind reageert anders op een ziekenhuisopname met een ingreep onder narcose. Uw kind heeft in ieder geval tijd nodig om een en ander te verwerken. meestal gebeurt dit pas als jullie thuis zijn in de vertrouwde omgeving. Het kan dan zijn dat uw kind ander gedrag laat zien dan u gewend bent. | Denk bijvoorbeeld aan: |
- slecht (in)slapen
- moeilijk afscheid kunnen nemen
- slecht(er) kunnen concentreren
- (weer) bedplassen
Realiseer u dat dit er bij kan horen en meestal na een tijdje vanzelf weer over gaat. Geef uw kind de ruimte om dingen na te spelen of er over te praten. | Respecteer het echter ook als uw kind dat niet wil en leg er niet teveel nadruk op. De eigen vertrouwde omgeving, met de eigen vertrouwde regels en regelmaat en natuurlijk uw steun en begrip zorgen ervoor dat uw kind zich weer veilig gaat voelen. | Als u zich zorgen (blijft) maken over het gedrag van uw kind, overleg dan met uw (huis)arts. Hij kan advies geven of vertellen waar hulp te vinden is. Ook kunt u uw zorgen delen met een medewerker van de Medisch Pedagogische Zorg. |
Bijwerkingen
Complicaties van de narcose
Ernstige complicaties door de narcose komen tegenwoordig nog maar zeer zelden voor.
Complicaties van de ingreep
Wil je weten wat de complicaties kunnen zijn van de ingreep die jij krijgt?
- Vraag dat aan de dokter.
- Lees de folder over de ingreep die je krijgt. Daarin staan mogelijke complicaties.
Minder last van pijn
Na een onderzoek, behandeling of operatie kan het zijn dat je je niet zo lekker voelt of pijn hebt. In het WKZ willen we dat je daar zo min mogelijk last van hebt.
Hoe weten we hoe jij je voelt?
We vragen natuurlijk vaak hoe het met je gaat en hoe jij je voelt. Je kunt aangeven op een liniaaltje met gezichtjes hoeveel pijn jij hebt.
Soms kun je het niet zo goed zeggen. Dat is niet erg. De verpleegkundige kijkt dan heel goed naar jou. Ze bespreekt samen met jouw ouders hoe jij je voelt. Als het nodig is, overlegt ze met de dokter. Je kunt dan (extra) medicijnen krijgen die jou helpen.
Medicijnen
Gelukkig zijn er veel manieren om ervoor te zorgen dat je ook na een ingreep je zo snel mogelijk goed voelt en rustig wakker wordt. We hebben veel verschillende medicijnen die jou kunnen helpen. Die kunnen we zowel voor, tijdens, als na een ingreep geven. We beginnen altijd al tijdens de ingreep onder narcose of sedatie met de pijnbestrijding. Wat bij jou nodig is of het beste werkt ligt aan welke ingreep je hebt gehad en kan ook per kind verschillen. Van te voren maakt de slaapdokter een plan hoe we jou het beste kunnen helpen bij de ingreep. Direct in de uitslaapkamer kijken en vragen we hoe het met je gaat. Als het nodig is krijg je extra medicijnen tegen de pijn. De dokter kan je hier meer over vertellen. We zetten hier de mogelijkheden voor je op een rijtje.
Medicijnen tijdens de ingreep
- Op de POS-poli heb je gehoord of je tijdens de narcose een extra plaatselijke verdoving krijgt. Hierbij wordt een deel van je lichaam verdoofd. Het zorgt er voor dat je tijdens en na de ingreep veel minder of zelfs helemaal geen pijn voelt.
- Als we verwachten dat je enkele dagen pijnstilling nodig hebt, laten we een dun slangetje in je rug zitten. Hierdoor krijg je dan medicijnen. Door deze medicijnen voel je ook minder dat je moet plassen. Je krijgt daarom een urinekatheter in je blaas. De extra verdoving en de urinekatheter krijg je als je slaapt. Je merkt dus niets van het plaatsen hiervan.
- Bij sommige operaties is het voldoende om het dunne slangetje alleen in je arm of been te plaatsen. Dan heb je geen urinekatheter nodig.
- Soms kun je als je wakker wordt een tintelend gevoel in je benen of armen hebben, dit gaat vanzelf weer over. De verpleegkundige spreekt met je af wanneer je weer uit bed mag. Ook bekijkt ze wanneer de pijnstilling niet meer nodig is. Zowel het slangetje in je rug, arm of been als de urinekatheter haalt ze dan weg.
Medicijnen na de ingreep
De dokter beslist op welke manier jij de medicijnen krijgt:
- (Zet)pillen of een drankje.
- Via het infuus dat je al hebt.
- Een heel dun plastic slangetje achterin je rug, arm of been (een soort infuus). Zo kunnen we je na de ingreep nog een paar dagen via dit slangetje plaatselijk medicijnen geven.
- Bij een grote operatie waarbij de dokters verwachten dat je veel pijn hebt, schrijft de slaapdokter een combinatie van medicijnen voor. We geven dit via het infuus waaraan een pompje zit.
- Als je vijf jaar of ouder bent, dan krijg je soms een ander pompje (PCA pomp) dat je zelf kunt bedienen. We leggen je dan uit hoe dat werkt.
Voor ouders: pijnstilling
- Bij baby’s en peuters kijken we vooral naar hoe uw kind reageert. Dit vullen we in op een gedragsscorelijst.
- Vanaf ongeveer 4 jaar gebruiken we het pijnliniaaltje met de gezichtjesschaal.
U kent uw kind het beste. Als uw kind anders reageert dan normaal of als u denkt dat hij pijn heeft, overleg dan met de verpleegkundige. |
Meer informatie
• POS-poli WKZ 088 755 40 70 (08.30-15.00 uur) poswkz@umcutrecht.nl
• Opnamebureau 088 755 40 15 (8.30-10.00 uur) (informatie over de wachtlijst)
• Afdeling dagbehandeling 088 755 44 40
• Voor andere vragen of advies kun je contact opnemen met de medisch pedagogische zorg: link naar: Medische pedagogische zorg - Het WKZ
Acute opvang
Bij acute situaties, bloedingen bijvoorbeeld, neemt u direct contact
op met de afdeling Spoedeisende Hulp in het UMC Utrecht:
Locatie UMC Utrecht
Heidelberglaan 100
3584 CX Utrecht
088 75 666 66
Zorgkosten uitklapper, klik om te openen
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Voor vragen over de POS-poli kun je bellen met de polikliniek kindercardiologie.
Polikliniek POS-poli kindercardiologie
maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur