De dokter wil, om een heel goed beeld te krijgen van jouw bloeddruk, 24 uur lang je bloeddruk laten meten.
24 uur je bloeddruk meten
De dokter wil jouw bloeddruk meten. Dat gebeurt natuurlijk wel eens vaker als je in het ziekenhuis bent. Maar dat is de bloeddruk van één moment. Om een heel goed beeld te krijgen van jouw bloeddruk is het beter om vaker op een dag te meten. En soms is je bloeddruk in het ziekenhuis anders dan als je gewoon thuis bent. Daarom wil de dokter 24 uur lang je bloeddruk laten meten. Dat is een dag èn een nacht. Je kunt dit gewoon thuis of op school doen. Je mag alles doen wat je normaal ook zou doen op zo’n dag. Als je gaat slapen gaat de bloeddrukmeting ook door. Je krijgt 24 uur lang een bloeddrukband om je rechterbovenarm, die af en toe oppompt. De bloeddrukband zit vast aan een klein meetkastje, dat je bij je draagt.
Met al die metingen kan de dokter zien:
- hoe jouw bloeddruk overdag is als je niet in het ziekenhuis bent
- hoe jouw bloeddruk ’s nachts is
- hoe jouw bloeddruk is als je bezig bent
Het bloeddruk meten doet geen pijn. Na het oppompen zit de band heel strak. Dit is niet zo’n fijn gevoel, maar het duurt maar kort. Het is misschien een beetje lastig dat je steeds de band om je arm hebt en het meetkastje mee moet nemen.
Om de band om te doen, uitleg te krijgen en het meetkastje te bevestigen, kom je naar het WKZ – 1e verdieping – receptie 14.
Bloeddruk
Een ander woord voor bloeddruk is ‘tensie’.
Wat meet je eigenlijk als je de bloeddruk meet?
Je hart is eigenlijk een grote spier die samenknijpt en weer ontspant. Dat noemen we pompen. Door het pompen gaat je bloed via de bloedvaten door je hele lichaam. Door het pompen komt er een bepaalde druk op de binnenkant van je bloedvaten. Die druk noemen we de bloeddruk.
Je kunt het vergelijken met het spuiten van een waterpistool tegen een vel papier. Je pompt eerst het waterpistool goed op. Dan spuit je tegen het papier. In het begin is de straal heel hard en zal het papier wegdrukken. Daarna wordt de straal weer zachter, de druk vermindert en het papier hangt weer gewoon naar beneden.
Waarom noemen ze bij een bloeddruk 2 getallen?
Bij het meten van een bloeddruk, meet je eigenlijk op twee momenten. Als je hart samenknijpt is de druk het hoogst. Dat is de bovendruk. De bovendruk heeft een hoger getal dan de onderdruk. Als je hart ontspant is de druk het laagst. Dat is de onderdruk.
Is je bloeddruk altijd hetzelfde?
Nee, soms is de druk wat hoger soms wat lager. Dat kan komen door:
- het moment van de dag
- wat jij doet, ben je aan het sporten of juist rustig bezig
- hoe jij je voelt, ben je bijvoorbeeld zenuwachtig , boos of verdrietig.
Hebben alle kinderen dezelfde bloeddruk?
Nee, de bloeddruk hangt af van:
- of je een jongen of meisje bent
- hoe lang je bent
- hoe oud je bent. Bij ieder leeftijd hoort een bepaalde bloeddruk. Als je ouder bent dan worden de getallen hoger.
De dokter weet welke bloeddruk bij jou hoort.
Wanneer is je bloeddruk niet goed?
Zijn de getallen van de bloeddruk te vaak te hoog of te laag dan zeggen we dat je een te hoge of te lage bloeddruk hebt. Dat is niet goed voor je lichaam. Je kunt er klachten van krijgen zoals hoofdpijn of flauwvallen. Een te hoge bloeddruk is slecht voor je nieren. Ze beschadigen daardoor.
Je lichaam probeert om de bloeddruk in je lichaam goed te regelen. Maar soms lukt dat niet. De dokter kijkt dan wat jou kan helpen om de bloeddruk wel goed te regelen.
Hoe werkt de bloeddrukmeter?
- De band pompt op en komt strak om je arm te zitten. Dit geeft tegendruk in je bloedvaten. De band pompt zo hard op dat het bloed in je arm even stopt met stromen. Dan is er geen bloeddruk om te meten.
- De band loopt langzaam leeg. De tegendruk gaat weg. Het bloed in je arm gaat weer stromen. Het meetkastje voelt hoe het bloed in je arm klopt. Daaruit kan het kastje berekenen wat de bovendruk is en wat de onderdruk is.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Vóórdat je de bloeddruk gaat meten
- In de behandelkamer op de polikliniek doen we de bloeddrukband om je rechterbovenarm. Het is handig als je een wijde trui of shirt draagt. De band kan daar dan onder.
- Het meetkastje is ongeveer zo groot als 2 pakjes zakdoekjes en zit in een draagtasje. Het is lastig om dit steeds vast te houden. Doe daarom een riem om als je naar de poli komt. Dan maken we het daaraan vast.
- ’s Nachts leg je het kastje gewoon naast je in bed.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Hoe gaan de bloeddrukmetingen?
Overdag
- De band pompt tussen 8.00 uur ‘s morgens en 8.00 uur ‘s avonds drie keer per uur op. Je hoort eerst een piepje. Dan pompt de band op. Je hoort een zacht brommend geluid. Daarna begint de meting. De band loopt dan weer langzaam leeg. Het meten gaat het beste als je je arm even stil houdt.
‘s Avonds
- Je gaat naar bed.
- Tussen 8.00 uur ‘s avonds en 12.00 uur ‘s nachts meten we niet. Je hoort dan ook geen piepje.
- Je moet wel de band omhouden.
’s Nachts
- Tussen 12.00 uur ‘s nachts en 6.00 uur ‘s morgens meten we maar één keer per uur. De band pompt dan maar één keer per uur op.
- Je hoort geen piepjes meer.
- De meeste kinderen merken niets van de metingen. Ze slapen gewoon door.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Wat mag wel, wat mag niet?
- Het is belangrijk dat je alle dingen doet die je gewoon ook doet. Dan krijgen we het beste beeld van jouw bloeddruk.
- De band moet echt 24 uur om je arm blijven. Hij is zo gemaakt dat hij niet makkelijk verschuift of losraakt.
- Als hij toch verschuift, dan kan je de band weer zelf op de juiste plek schuiven. Vraag je ouders even om te helpen. Op de band zit een pijltje. Dit pijltje moet wijzen naar de binnenkant van je elleboog.
- Om goed te kunnen meten, moet de band blijven zitten. Als de band per ongeluk toch helemaal van je arm afgaat, vraag dan iemand je te helpen de band weer om te doen. Schrijf op een briefje hoe laat de band is afgegaan. En doe dit bij de bloeddrukmeter als je deze inlevert. Als de band niet om je arm zit, kan het meetkastje de bloeddruk niet meten.
- Als je de band weer hebt omgedaan, gaan de metingen gewoon door.
- Als de slang van het van het meetkastje losraakt, moet je die weer bevestigen. Vraag je ouders even om te helpen.
- De bloeddrukband en het meetkastje kunnen niet tegen water. Dus tijdens de 24 uur dat het onderzoek duurt, kan je niet douchen, in bad of zwemmen.
Na 24 uur
- Na 24 uur kun je de meter uitzetten door het zwarte schuifje op de meter naar ‘0’ te schuiven. De verpleegkundige spreekt met je af hoe laat dit mag.
- Stop de bloeddrukband, het meetkastje en het draagtasje in het doosje dat je meekrijgt.
- Woon je dichtbij het WKZ of zijn jullie daar in de buurt? Geef het doosje dan af bij de portier. Dat kan ook ’s avonds.
- Woon je ver weg? Stuur dan het doosje per aangetekende post naar dit adres:
UMC Utrecht - WKZ
A. Schulp
Postbus 85090
huispostnr KH 01.412.1
3508 AB Utrecht
De uitslag
De uitslag krijg je van de dokter die dit onderzoek aanvraagt. Dat gebeurt tijdens een telefonische afspraak. De dokter bespreekt dan met jou en je ouders wat de uitslag is van de bloeddrukmeting.
Bijwerkingen
Bij het meten van je bloeddruk heb je geen last van bijwerkingen. Je krijgt er dus geen nieuwe klachten bij.
Complicaties
Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan ("volgens het boekje"), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Bij 24 uur je bloeddrukmeten is er geen kans op complicaties. Het is veilig. Je wordt er niet ziek van. Je klachten worden er ook niet erger door.
Contact uitklapper, klik om te openen
Uw kind is doorverwezen naar de afdeling kindercardiologie en kinderhartchirurgie. Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem contact op.
Polikliniek Kindercardiologie / kinderhartchirurgie
De polikliniek is bereikbaar op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur.
Hebt u vragen over de planning van een operatie of hartkatheterisatie? Bel dan onderstaand telefoonnummer:
T: 088 75 547 04U kunt ook een e-consult aanvragen via Mijn UMC Utrecht. Dit kan alleen als uw kind al patiënt bij de afdeling kindercardiologie is.
Is uw kind onder behandeling in het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen en is er een acuut levensbedreigend probleem? Bel dan 112.
Buiten kantooruren
Vraag de telefonist of hij u doorverbindt met de dienstdoende arts-assistent kindergeneeskunde. Deze kan laagdrempelig overleggen met de dienstdoende kindercardioloog.