Je komt naar ons ziekenhuis voor een onderzoek: een langdurige EEG registratie in een speciale kamer hiervoor: de Jack Rabbit Room. Dat is een onderzoek van je hersenen. Je hersenen zenden de hele tijd berichtjes uit. Dat noemen we signalen. De dokter kan deze signalen gewoon door je schedel en je haren heen meten.
EEG is een afkorting van:
Electro = elektrische activiteit
Encephalo = hersenen
Grafie = het opschrijven van gegevens
We meten dus de werking van jouw hersenen en schrijven dit op in een soort grafiek. Een gewoon EEG heb je misschien wel eens gehad. Tijdens deze opname wordt een langere tijd geregistreerd. Dit kan de hele dag, de hele nacht of zelfs 24 uur zijn.
Met een EEG kan de dokter onderzoeken wat de oorzaak is van jouw klachten.
Een EEG maken kan op sommige momenten pijnlijk zijn.
Er mag iemand bij je blijven tijdens het EEG. Je vader, moeder, of iemand anders die je graag bij je hebt.
Voor het onderzoek kom je naar een verpleegafdeling.
Locatie WKZ - 1ste verdieping – Verpleegafdeling
Je hersenen en je zenuwstelsel
Het zenuwstelsel speelt een belangrijke rol in je lichaam, bij alles wat je doet en wat je voelt. Zenuwen zijn eigenlijk net autowegen. Auto’s rijden van het ene naar het andere punt. Je zenuwen geven op dezelfde manier berichtjes door. Dat noemen we signalen. Die signalen ‘reizen’ heen en weer tussen je hersenen en je spieren. Daardoor kun je bewegen, voelen, zien horen, ruiken en proeven. Als er op de autoweg een file is, rijdt het verkeer langzamer. Soms staat het zelfs helemaal stil. Dat kan ook in je lichaam gebeuren als de signalen van en naar je hersenen vastlopen. Dan kun je bijvoorbeeld niet goed meer zien of horen. Of je kunt een bepaalde beweging niet goed meer maken.
Het zenuwstelsel bestaat uit:
- de hersenen
- hersenstam
- ruggenmerg
De hersenen
Je hersenen zitten in je hoofd, onder je schedel. Ze werken heel ingewikkeld. Je hersenen zorgen ervoor dat er van alles in je lichaam gebeurt. Bijvoorbeeld dat je kunt zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Ze regelen ook dat je kunt bewegen en dat je temperatuur goed blijft. En je kunt er natuurlijk mee nadenken en dingen onthouden. Je hersenen zorgen er ook voor dat jij je blij, boos of verdrietig voelt.
Hersenstam
De hersenstam is het onderste gedeelte van je hersenen. Het is de automatische piloot van je lichaam. De hersenstam regelt de dingen die je lichaam doet zonder dat je er over na hoeft te denken. Bijvoorbeeld ademhalen en je bloeddruk regelen. Je hersenstam zorgt er ook voor dat je lichaam eten en drinken goed verwerkt.
Ruggenmerg
Het ruggenmerg bestaat uit een dikke bundel zenuwen. Die zenuwen zijn de hoofdverbinding tussen je hersenen en de rest van je lichaam. Ze lopen door je wervelkolom, van je nek tot je stuitje. Zenuwen zorgen ervoor dat alle signalen uit je lichaam naar je hersenen gaan. Je hersenen zetten de signalen om in een actie in je lichaam.
Bijvoorbeeld:
- Je stoot je grote teen.
- Via de zenuwen in je grote teen gaat er een signaal naar het ruggenmerg.
- Via het ruggenmerg gaat het signaal naar je hersenen.
- Je hersenen geven dan weer een signaal terug naar verschillende delen van je lichaam.
- Jij trekt je voet terug, grijpt hem vast met je hand en de tranen springen in je ogen. Dat gaat allemaal vanzelf.
Om de hersenen en het ruggenmerg zitten beschermende vliezen, en een waterige vloeistof: hersenvocht.
Dit hersenvocht doet twee dingen:
- Het beschermt de hersenen en het ruggenmerg.
- Het vervoert voedingsstoffen en afvalstoffen.
Hoe werkt het EEG-apparaat
Tijdens een EEG meten we jouw hersenactiviteit. Dat kun je zien op een beeldscherm. Bij het onderzoek gebruiken we elektroden en een EEG-apparaat. Een elektrode is een metalen dopje met een draad er aan. Dit is verbonden met het EEG-apparaat, dat is een soort computer. Deze elektroden zijn even een soort boodschappers of internetkabeltjes. Ze geven aan de computer door wat er in jouw hersenen gebeurt.
Op het beeldscherm zijn allemaal lijntjes te zien. Dit zijn de signalen die je hersenen uitzenden. Door deze lijnen goed te bestuderen, kunnen we zien wat er in je hersenen gebeurt.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Wat moet je van tevoren weten?
De dag vóór het onderzoek moet je goed je haren wassen. Daarna mag je geen gel of haarlak meer gebruiken. Schoon haar en een schone hoofdhuid zorgen ervoor dat het onderzoek gemakkelijk gaat. Je haar mag niet nat zijn tijdens het onderzoek.
Je mag een tablet (zoals een I-pad) of laptop meenemen om bijvoorbeeld spelletjes op te doen. Alleen mag de stekker niet in het stopcontact! Dit kan niet omdat we apparatuur gebruiken die gevoelig is voor deze straling.
Voor ouders
Het is belangrijk om te weten dat tijdens het hele onderzoek uw kind in de kamer moet blijven. De camera kan dan namelijk registeren wat uw kind doet. Ook is het wenselijk dat u ook op de kamer blijft tijdens de opname, want u weet het beste wanneer uw kind aanvallen heeft. Deze aanvallen moeten namelijk genoteerd worden. Dit houdt in dat u ook op de kamer slaapt.
Tevens kunt u de verpleegkundige waarschuwen als uw kind een aanval heeft. De verpleegkundige kan als het nodig is testjes doen bij uw kind en zorgt ervoor dat de camera goed gericht staat. Het is daarom niet mogelijk om bijvoorbeeld even naar het restaurant te gaan. U kunt met de verpleegkundige bespreken hoe zij u kan ondersteunen.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Op de dag van opname kom je met je ouders naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige heeft eerst een gesprek met jou en je ouders. Zij vertelt dan over de verpleegafdeling en over het onderzoek uit. Je kunt dan ook al je vragen stellen. Op de afdeling heb je een eigen kamer. Deze kamer wordt de Jack Rabbit kamer genoemd.
De kamer is namelijk gesponsord door the Jack Rabbit Foundation.
Hoe maken we een EEG?
Voor het onderzoek plakken we plakkers op jouw hoofd. Dit doet een laborant van de afdeling Klinische Neurofysiologie. Het onderzoek gebeurt in een behandelkamer. Je ligt op een onderzoeksbank. Je vader en/of je moeder mogen bij je blijven. De laborant vertelt je steeds wat hij doet.
Het onderzoek bestaat uit twee onderdelen:
De elektroden op je hoofd plakken ( ±30 minuten)
- Met een rood of blauw potlood zet de laborant 25 kruisjes op je hoofd. Dat kriebelt een beetje. Deze kruisjes zet hij niet zomaar ergens neer, maar hij meet steeds heel precies de afstanden tussen de kruisjes.
- Hij maakt alle 25 plekjes schoon met een wattenstaafje met scrubpasta. Dit is een soort zalf met hele kleine korreltjes erin.
- Zodra dit klaar is, plakt hij op elk kruisje een elektrode.
- De elektroden kunnen we op twee manieren opplakken:
- De elektrode plakken we vast met een soort lijm. Dit ruikt niet lekker en kan koud aanvoelen. We houden de elektrode op je hoofd en plakken deze vast met lijm. Om de elektrode goed vast te zetten doen we er een plukje haar overheen. Met wat koude lucht blazen we de lijm snel droog.
- Ook op je borst krijg je een elektrode. Die is bedoeld om je hartslag te meten.
- Als alle elektroden geplakt zijn, controleert de laborant of de computer van alle elektroden de signalen goed door krijgt.
- Is alles in orde. Dan kan je weer terug naar de verpleegafdeling.
- Is het nog niet in orde? Dan zijn er twee manieren om te zorgen dat een elektrode de signalen wel goed doorgeeft:
- De laborant maakt de elektrode een beetje los en gaat opnieuw met de scrubpasta over je hoofdhuid.
- De laborant spuit wat gel op je hoofdhuid via het gaatje in de elektrode. Dit gebeurt met een stompe naald. Het kan een onprettig gevoel zijn, het krast over je hoofdhuid.
De laborant controleert of alle elektroden goed contact maken met je hoofdhuid. Dan pas krijgt de computer de signalen goed door.
- Als alle elektroden goed zitten doet de laborant nog een haarnetje over je hoofd. Dan blijven de elektroden goed zitten.
- Daarna kan je, met de elektroden op je hoofd terug naar de verpleegafdeling.
Het meten van je hersenactiviteit
Als je weer terug bent op de verpleegafdeling, komt de laborant naar jouw kamer om de elektroden daar aan te sluiten op de computer.
Als de elektroden zijn aangesloten op de computer, begint het onderzoek. De computer is een klein kastje die je op je rug kan dragen, in een rugzak. Aan dit kastje is een lange kabel bevestigd.
Hierdoor kun je wel rondlopen in de kamer. Maar je kunt niet uit de kamer gaan. Je moet dan op je eigen kamer blijven. Op jouw kamer hangt namelijk ook een camera. De camera kan jouw aanvallen vastleggen. Je mag wel in je kamer rondlopen, spelen en eten. Ook heb je een eigen wc op je kamer.
Verder ligt er op je kamer een lijst. Op deze lijst kunnen je ouders aangeven als jij een aanval hebt gehad. Soms doet de verpleegkundige tijdens de aanvallen testjes. Zij vraagt dan bijvoorbeeld aan je om een woord te onthouden of een plaatje te benoemen.
Soms gaat het onderzoek ook ‘s nachts door als je slaapt. Dat is misschien wel even raar met al die elektroden op je hoofd, maar je mag er gewoon op liggen. Als we alles goed in beeld hebben gebracht is het onderzoek klaar. Dit is vaak de volgende dag. De laborant komt dan weer naar de afdeling.
De laborant haalt de elektroden weer van je hoofd en je borst af.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
De lijm haalt de laborant zoveel mogelijk van je hoofd en haren af met een oplosmiddel. Dit heeft een speciale geur. We proberen het verwijderen van het oplosmiddel zo voorzichtig mogelijk te doen.
Toch is dat niet zo prettig, dat poetsen op je hoofd. Daarna kun je zelf je haren goed kammen en weer gewoon wassen.
Na het onderzoek mag je weer naar huis.
De uitslag
De uitslag krijg je, na ongeveer 2 weken, van de dokter die het onderzoek heeft aangevraagd. De dokter bespreekt dan met jou en je ouders wat er op het EEG te zien is. Dit kan op de polikliniek of via de telefoon.
Bijwerkingen
Bij dit onderzoek heb je geen last van bijwerkingen. Door een EEG krijg je er dus geen nieuwe klachten bij.
Complicaties
Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Bij een EEG is er geen kans op complicaties. Een EEG is veilig. Je wordt er niet ziek van. Je klachten worden er ook niet erger door.
Heb je nog vragen?
- Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.
- Voor vragen over een EEG, kun je bellen met de afdeling Klinische Neurofysiologie: 088 75 546 82
- Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg:
- Telefonisch: kantoordagen van 09.00-16.00 uur, 088 75 754 24
- Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl
- Persoonlijk: kantoordagen van 13.30 -14.30 uur, 4e verdieping, richting sportdakterras, eerste deur links na de klapdeur
- Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek kinderneurologie, hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Polikliniek Neurologie
Bereikbaar: maandag 8.30 tot 12.00 uur woensdag 8.30 tot 12.00 uur donderdag 13.30 tot 16.30 uur vrijdag 8.30 tot 12.00 uur