Je komt in ons ziekenhuis voor een nierscintigrafie Dat is een onderzoek waarmee we kunnen kijken hoe groot je nieren zijn, welke vorm ze hebben en hoe elk van je nieren werkt. Een ander woord voor nierscintigrafie is DMSA scintigram.
Nierscintigrafie bestaat uit 3 woorden:
- Nier = dit is het orgaan dat de dokter wil onderzoeken
- Scinti = komt van Scintillatie (“lichtflits”). Scintillatie betekent dat sommige stoffen een lichtstraaltje uitzenden. Dat gebeurt als ze in contact komen met een andere energierijke straal of deeltje
- Grafie = betekent in deze folder: vastleggen van gegevens met behulp van foto’s of beelden.
Om een scintigrafie te maken is het nodig om een beetje radioactieve stof in je lichaam te brengen. Dit gebeurt via een infuus. Als je meer wilt weten over het infuus, ga dan naar pagina 13: Vóór de nierscintigrafie.
Het onderzoek bestaat uit drie onderdelen:
- Je krijgt het infuus en via dit infuus geven we je de radioactieve stof.
- De radio-actieve stof werkt in. Dat duurt ongeveer 2 uur.
- We maken het nierscintigram. Dat duurt maximaal een uur. Het hangt ervan af wat de dokter precies wil zien.
Een nierscintigram maken doet geen pijn. De prik die we moeten geven voor het infuus kan wel pijn doen.
We doen ons best om ervoor te zorgen dat je hier zo min mogelijk last van hebt. Er mag iemand bij je blijven tijdens het nierscintigram. Je vader, moeder of iemand anders die je graag bij je hebt.
Voor de nierscintigrafie kom je naar de afdeling Nucleaire geneeskunde in het UMC-gebouw. Na binnenkomst via de hoofdingang van het UMC-gebouw sla je rechtsaf richting de poliklinieken. Aan het eind van de gang links zie je Radiologie.
- Ben je jonger dan 6 jaar? Dan krijg je het infuus in het WKZ, 1e verdieping, receptie 3. Via het opnamebureau krijg je te horen hoe laat je daar moet zijn.
- Ben je ouder dan 6 jaar? Dan krijg je het infuus op de afdeling Nucleaire geneeskunde in het UMC-gebouw.
Het WKZ ligt naast het UMC-gebouw. Het UMC-gebouw is het ziekenhuis voor volwassenen. Als je uit het WKZ komt, ga je van het ene naar het andere ziekenhuis door een tunnel. Dat kan lopend, rijdend in een bed of in een rolstoel.
Je nieren
Een nier is ongeveer zo groot als je eigen vuist. Je hebt er twee. Ze zitten aan de achterkant in je buik. Eén links en één rechts van je wervelkolom. Zet je handen maar eens in je zij. Onder die plek bij je duimen zitten je nieren.
Heb je een nieuwe nier, een transplantatienier? Dan zit die nier niet in je zij, maar onder het litteken in je buik.
Wat doen je nieren?
Nieren hebben verschillende taken:
- De belangrijkste taak is filteren (zeven) van je bloed. Nieren werken als een soort zeef. Al je bloed stroomt er doorheen. Door te filteren, maken nieren je bloed schoon. In je bloed zitten voedingsstoffen, maar ook afvalstoffen. Afvalstoffen heb je niet nodig. Je nieren halen die afvalstoffen eruit.
- Je nieren zorgen er ook voor dat je lichaam precies genoeg vocht heeft. Nieren halen vocht dat je niet nodig hebt uit je lichaam. Dit vocht en de afvalstoffen bij elkaar is urine.
- Nieren maken ook hormonen. Hormonen zijn stoffen die andere organen vertellen wat ze moeten doen. Daardoor regelen ze heel veel in ons lichaam. Nieren maken bijvoorbeeld hormonen die ervoor zorgen dat onze bloeddruk goed blijft
Wat is radio-actieve stof?
- Radio = komt van radius en betekent straal
- Actief = werkzaam, het dóet iets
Radio-actieve stoffen zenden ‘werkzame stralen’ uit. Dat klinkt geheimzinnig, maar is eigenlijk heel gewoon. Heel veel stoffen op aarde zenden namelijk werkzame stralen uit. Je wordt er de hele dag mee omringd. Alleen merk je dat niet.
Je kunt straling niet voelen, horen, ruiken, proeven of zien. Daar hebben mensen geen zintuig voor. Vergelijk het met radiogolven, die kun je ook niet horen. Alleen als je er een apparaat voor hebt, kun je naar radiomuziek luisteren! Ook straling kun je alleen met instrumenten meten. Een ander woord voor ‘radio-actief’ is ‘nucleair’. Je mag de twee woorden door elkaar gebruiken, ze betekenen hetzelfde. Een eigenschap van radio-activiteit is dat de straling steeds minder wordt. Dat regelt de natuur zelf.
Hoe ontstaat radio-activiteit?
De aarde bestaat uit heel veel verschillende stoffen. Die stoffen zijn samengesteld uit bouwstenen. Vergelijk het met LEGO: de verschillende blokjes zijn de atomen. Die kun je combineren tot bouwsels (moleculen). Samen vormen ze een groter geheel, zoals een stad (de stof).
De atomen veroorzaken straling. Sommige atomen zijn namelijk niet zo stevig, ze willen uit elkaar vallen. Als atomen uit elkaar vallen, schieten de stukjes alle kanten op. Dat wegschieten noemen we straling.
De mens heeft de energie van de straling leren gebruiken voor heel veel slimme toepassingen. Zoals bijvoorbeeld stroom maken, ziektes bestrijden en onderzoeken hoe oud iets is.
Is straling gevaarlijk?
Straling die in de natuur voorkomt, is niet gevaarlijk. Het is de hele dag om ons heen. Mensen komen ook in contact met kunstmatige straling, bijvoorbeeld bij het maken van een röntgenfoto. Je lichaam weet hoe het daar mee om moet gaan.
Toch moet je oppassen dat je niet te lang in de buurt van veel straling bent. We weten dat héél veel straling wel gevaarlijk is. Een grote hoeveelheid straling kan lichaamscellen beschadigen. Daar kun je ziek van worden. Net als zonnen. Een beetje zonlicht is goed voor je lichaam, maar van veel zon verbrandt je huid. Uit voorzorg gaan we daarom wel heel voorzichtig met straling om.
Omdat baby’s en kinderen gevoeliger zijn voor radio-actieve straling, krijgen zij een kleinere hoeveelheid radio-actief materiaal dan volwassenen. De hoeveelheid die jij krijgt, is afhankelijk van je gewicht. De hoeveelheid straling die bij dit onderzoek vrijkomt, is ongeveer even groot als bij een röntgenonderzoek. Deze hoeveelheid is veilig.
Hoe werkt het scintigrafie-apparaat?
De radio-actieve stof verspreidt zich, via je bloed, langzaam in je lichaam. Dat duurt twee uur. Het zit dan ook in de cellen van je nieren. Die cellen zenden tijdelijk radio-actieve deeltjes uit. Die fotograferen we met een speciale camera: een gamma camera. Een gamma camera kan de radio-actieve deeltjes omzetten in licht. Zo worden de foto’s gemaakt.
De camera kan alle kanten op bewegen. Hij kan ook rond je buik draaien. Als je op de onderzoekstafel ligt, voel je je misschien een beetje als een tosti. Er hangt een groot foto-apparaat boven je en één onder je. De apparaten komen héél dicht bij je. Maar je hoeft niet bang te zijn dat ze je aanraken. Dat kan echt niet! De laborant let goed op. En het apparaat stopt vanzelf als het te dicht bij je komt.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Vóór de nierscintigrafie
Wat doen wij vóór de nierscintigrafie begint?
Je krijgt eerst een infuus. Ben je jonger dan 6 jaar dan krijg je het infuus in het WKZ. Ben je ouder dan 6 jaar? Dan krijg je het infuus in het UMC-gebouw. De radio-actieve stof komt in je lichaam via het infuus. Dit kan een beetje koud aanvoelen. De radio-actieve stof krijg je altijd in het UMC-gebouw. Dat gebeurt met een spuitje en het is zo klaar.
*Wat is een infuus?
Je krijgt een infuus. Dit is om de (slaap) medicijnen te kunnen geven en soms ook om bloed af te nemen. Je krijgt een prik in je hand of je arm. Na die prik blijft er een dun, plastic buisje in je bloedvat zitten. Dit noemen we een infuus. Via dat buisje komen de medicijnen in je lichaam. Ook kunnen we via het infuus bloed afnemen. Een prik kan pijn doen. We kunnen een spray op je huid spuiten waardoor je op die plaats minder voelt; de huid wordt verdoofd. De spray ruikt naar banaan en noemen we dan ook vaak bananenspray. Hij voelt alleen een beetje koud aan. Als de bananenspray is ingewerkt, voel je minder van de prik. Als het infuus goed zit krijg je een spalk. Dit is een soort plankje dat we met pleisters en verband vastmaken onder je arm. Dit helpt om je arm recht te houden.
Wil je meer weten over een infuus? Kijk dan op www.hetwkz-kind.nl of vraag de folder over het infuus.
Na het inspuiten van de radio-actieve stof halen we het infuus uit je hand of arm. Je mag dan van de afdeling af. We spreken af hoe laat je weer terug moet zijn. In de tussentijd kun je iets anders gaan doen in het ziekenhuis.
Kom je van thuis, neem dan mee …
Je moet goed stilliggen of zitten tijdens de scintigrafie. Dan pas kunnen we goede foto’s maken. Vind je het moeilijk om stil te liggen? Dan hebben we een speciaal kussen waardoor je makkelijker stil kan liggen.
Als je wat ouder bent, is het ook handig om zelf iets mee te nemen, bijvoorbeeld een luister CD of je knuffel. Er is ook muziek in de onderzoeksruimte. Dus als je een favoriete zender hebt, kun je vragen of ze die aan zetten.
Voor ouders
Heeft uw kind een luier om, neem dan een schone luier mee. U verschoont uw kind op de afdeling. Er zal ook wat radio-activiteit in de urine en dus ook in de natte luier zitten. Wij hebben speciale containers om deze luiers in weg te gooien. We raden u aan om de eerste 24 uur na het onderzoek handschoenen te dragen als u in aanraking komt met de urine van uw kind. Denk bijvoorbeeld aan verschonen of katheteriseren. De radio-actieve stof zit alleen in de urine, dus niet in andere lichaamsstoffen zoals zweet.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Hoe maken we de nierscintigrafie?
- We maken de foto’s in een onderzoekskamer.
- Je hoeft je niet uit te kleden. Let er op dat je geen metalen voorwerpen aan of op je kleding hebt. Metaal verstoort het onderzoek. Het kan dus zijn dat een riem af moet of je broek wat naar beneden moet als de rits en knoop van metaal zijn.
- Je ligt op een smalle onderzoekstafel. Met je armen omhoog.
- Je vader en/of je moeder mogen bij je blijven.
- Een laborant maakt de foto’s. Hij blijft in de behandelkamer en je kan gewoon met elkaar praten. Achter een glazen wand, zit de medisch nucleair werk(st)er.
- Tijdens het onderzoek is het halfdonker in de behandelkamer.
- De camera plaatsen we boven je buik. Soms draait de camera om je buik heen. Het duurt 25 minuten voordat het ‘rondje rond je buik’ klaar is.
- Je kunt op een beeldscherm meekijken. Je ziet dan ook hoe ver het onderzoek is. Als het balkje op het scherm helemaal vol is, is het onderzoek klaar.
- Als je goed zelf kunt zitten, vragen we je misschien wel om te gaan zitten. Je zit dan voor de camera.
- Je hoort een zacht gezoem van de camera, verder niets.
- Het maken van de foto’s kan alles bij elkaar best lang duren. Soms wel een uur.
- Het is belangrijk dat je echt goed stilligt of zit. Je kunt ondertussen wel zachtjes praten.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
De dokter van de afdeling Nucleaire Geneeskunde kijkt of de foto’s gelukt zijn. Als dat zo is, mogen jullie naar huis of terug naar de afdeling.
De uitslag
De dokter bekijkt de foto’s heel goed. Als er al eerder een nierscintigrafie is gemaakt, dan vergelijkt de dokter de oude en de nieuwe foto’s.
De uitslag krijg je van de dokter die de nierscintigrafie aanvraagt. Dat gebeurt tijdens de eerstvolgende afspraak. De dokter bespreekt dan met jou en je ouders wat er op de foto’s te zien is.
Bijwerkingen
Bij een nierscintigrafie heb je geen last van bijwerkingen. Door een nierscintigrafie krijg je er dus geen nieuwe klachten bij.
Complicaties
Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Bij een nierscintigrafie is er geen kans op complicaties. Een nierscintigrafie is veilig. Je wordt er niet ziek van. Je klachten worden er ook niet erger door.
Heb je nog vragen?
- Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.
- Voor vragen over een nierscintigrafie kun je bellen met de afdeling Nucleaire geneeskunde:
• op werkdagen van 9.00 tot 10.00 uur is er een spoedspreekuur. U kunt het algemene nummer van het UMC Utrecht bellen en vragen naar zoemer 1880.
- Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg:
• Telefonisch: kantoordagen van 09.00 - 16.00 uur, 088 75 754 24
• Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl
• Persoonlijk: kantoordagen van 13.30 -14.30 uur, 4e verdieping, richting sportdakterras, eerste deur links na de klapdeur
Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Bij de eerste afspraak op de polikliniek nefrologie hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Polikliniek Nefrologie
De afdeling is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.