Terug

Patiëntverhaal Nikki - deel 4

Patiëntverhaal Nikki - deel 4

“In de tijd die volgt blijkt dat volhouden precies is wat ik moet doen. Langzaam takel ik steeds meer af en begin ik steeds meer gelijkenis te vertonen met een oud vrouwtje.”

Mijn moeder belt met de huistelefoon, mijn vader met zijn iPhone. Elk gesprek klinkt ongeveer hetzelfde: “Hee, ja, het is mis met Nikki. Ja. Een hersentumor. Tuurlijk kan je langskomen! Nee ja nu gaat het wel oké met haar. Ja. Ik zie je zo dan.” Tot ik mijn moeder vraag mijn beste vriendin te bellen. Ze is nog niet eens voorbij “het is mis”, of ze krijgt een huilbui. Ik kan me alleen maar voorstellen hoe Esther zich heeft gevoeld aan de andere kant van de lijn.

Langzaam beginnen mensen binnen te druppelen. Wat tantes, een oom, vrienden van mijn ouders en natuurlijk mijn beste vriendin. Met z’n allen zitten we rond de eettafel. Door alle hectiek is eten er bij in geschoten, dus zijn er wat pizza’s besteld. In de hoek huilt een tante, maar verder is de sfeer goed. Ik voel me goed. Ik heb een groot deel van de mensen waar ik van hou om me heen. Net iets te hard roep ik over tafel: “Ik vind dit leuk! Het is net een verjaardag, maar dan zonder de cadeaus.” Ze kijken me aan alsof ik gek ben geworden. Maar dat mag.

Een week later kunnen we terecht bij Dr. Van der Zwam, neuroloog in het UMC. Om 8 uur ’s ochtends, welteverstaan. Hij deelt me mee dat hij het een leuke klus vindt; hij vindt het zelfs jammer dat hij het niet zelf kan doen. Nu is het mijn beurt om iemand aan te kijken alsof hij gek is geworden. Hij ziet mijn blik en begint te lachen. Nog steeds zie ik er de humor niet van in. “Jouw tumor is operabel, dus dat is sowieso al heel goed nieuws”, zegt hij. “Daar komt bij dat op het moment dat de tumor is verwijderd, je iemand per dag ziet opknappen.” Dat is het enige wat ik wilde horen. Het komt goed. Ik moet alleen nog even volhouden. Om het te vieren eten we een saucijzenbroodje in het ziekenhuis. Zo’n zompige, doch knapperige. Om half negen ’s ochtends, omdat het kan.

In de tijd die volgt blijkt dat volhouden precies is wat ik moet doen. Langzaam takel ik steeds meer af en begin ik steeds meer gelijkenis te vertonen met een oud vrouwtje. Twee trappen op om te slapen in mijn eigen bed is geen optie meer, daarom ben ik naar de logeerkamer verhuisd. Eten is een noodzakelijk kwaad geworden. Als ik wil douchen, moet ik op een kruk gaan zitten. Nog steeds draag ik Emmy mee onder mijn arm. “Nog even Nik, nog even”, is mijn mantra.

Ook uw ervaringen delen? uitklapper, klik om te openen

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?

Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

Contact

Afspraken

Praktisch

hetwkz.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet