De ziekte van Duchenne begint met kenmerken zoals later beginnen met lopen, een afwijkend looppatroon (waggelen, op de tenen lopen), vaak vallen. Daarbij zijn de spieren van vooral de bovenbenen minder sterk, dit valt op bij het opstaan van de grond. De kuiten kunnen dikker zijn. In de loop van de jaren verzwakken de spieren steeds meer, waardoor de kinderen rond de leeftijd van 10-12 jaar rolstoel gebonden worden. Als gevolg van de spierzwakte ontstaat stijfheid van de gewrichten en verzwakken ook de spieren van de ademhaling en het hart.
In de puberteit kunnen verscheidene problemen optreden: zoals het scheef groeien van de wervelkolom; verstijven van de gewrichten; verzwakken van de hartspier; verzwakken van de ademhalingsspieren.