Na de geboorte
Na de geboorte zal uw kind meestal enige dagen op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) verblijven. Als uw kind stabiel genoeg is, wordt hij/zij overgeplaatst naar de kinderafdeling (Schildpad). Tijdens de opname wordt er regelmatig een beetje bloed afgenomen via een hielprik (‘bloedgas’). Hierin wordt gekeken naar het koolzuurgehalte in het bloed. Uw kind wordt bewaakt aan de monitor. Deze meet het zuurstofgehalte, de ademhaling en de hartslag. Dit geeft samen met de observaties van de verpleegkundige een indicatie over de mate van ademhalingsproblemen.
Voedingsproblemen
Voedingsproblemen komen vaak voor bij kinderen met een Pierre Robin. Dit komt doordat het kind veel energie verbruikt met het ademhalen en omdat de coördinatie van het ademen, zuigen en slikken ingewikkeld is. Een gehemeltespleet maakt het drinken ook moeilijker. Vaak drinkt het kind niet of zeer slecht aan de borst of met een normale speen. De logopedist kijkt mee met de voedingen en geeft advies.
Special Needs Feeder/Dr. Browns fles
Kinderen met Pierre Robin hebben baat bij het drinken uit een Special Needs Feeder of een Dr. Browns fles met een extra ventiel. Met de Special Needs Feeder kun je de melkstroom regelen, doordat de speen een extra lange hals heeft, waarmee de ouder het kind kan helpen met drinken. Door in de speen te knijpen, spuit je de melk in de mond van de baby. De logopedist komt tijdens opname langs om de ouders hierbij te instrueren en te ondersteunen. Voor in de thuissituatie regelt de logopedist logopedische begeleiding. Het zelf (leren) drinken (zeker in het begin) is geen doel op zich, een goede groei daarentegen wel. Een goede groei zal het probleem van de kleine onderkaak sneller verhelpen.
Neusmaagsonde
De meeste kinderen met een Pierre Robin krijgen een neusmaagsonde zodat ze optimaal kunnen groeien en geen energie kwijt zijn met zelf drinken. Bij een neusmaagsonde wordt er door de neus een slangetje, de sonde, in de maag gebracht waarmee de voeding direct in de maag komt. Ouders leren deze zorg aan van de verpleegkundige op de verpleegafdeling, zodat ook thuis sondevoeding gegeven kan worden. In de thuissituatie wordt er thuiszorg gevraagd voor het inbrengen van de sonde. Op geleide van de klachten wordt in de loop van de maanden onder begeleiding van de verpleegkundig specialist en logopedist de sondevoeding afgebouwd en het zelf drinken opgebouwd.
Reflux
Bij kinderen met een Pierre Robin komt reflux vaak voor. Soms is indikken van de voeding voldoende. Als dit onvoldoende helpt wordt er met anti-reflux medicatie gestart. De medicatie zorgt ervoor dat het maagzuur wat omhoog de slokdarm inloopt minder zuur is, waardoor er minder prikkeling van de slokdarm en luchtwegen plaatsvindt.
Behandeling
Nasopharyngeale tube
Mocht buikligging niet voldoende zijn, dan kan plaatsing van een nasopharyngeale tube (NPT) door de KNO-arts nodig zijn. Dit is een flexibel buisje dat door een neusgat geplaatst wordt en ervoor zorgt, dat bij het naar achter zakken van de tong er ruimte blijft om te ademen. Dit buisje blijft gemiddeld drie tot zes maanden zitten. Dit kan ook in de thuissituatie. De verpleeg- kundige leert aan ouders hoe het buisje schoon te houden door elke drie uur een paar druppels in het buisje te druppelen en het vervolgens uit te zuigen. Soms leren ouders zelf ook het buisje te vervangen, maar dit hoeft niet.
Operatie
Een operatie is nodig als bovengenoemde behandelingen niet helpen of als de ademhalingsproblemen te ernstig zijn. De KNO-arts kijkt eerst met een endoscoop in de luchtwegen om de precieze plaats van de afsluiting te bepalen. Als de doorgang hoog in de luchtpijp geblokkeerd is, kiest de chirurg voor een operatie waarmee we de onderkaak langer maken (kaakdistractie). In uitzonderlijke gevallen is het nodig een tracheacanule te plaatsen. Hierbij wordt er een buisje in de luchtpijp geplaatst, waardoor het kind kan ademen. Deze operatie wordt alleen gedaan als er geen andere mogelijkheden zijn.
Verlenging van de onderkaak (kaakdistractie)
We kunnen de blokkade verhelpen door de onderkaak te verlengen. Dit verlengen van het bot is mogelijk zolang het bot nog zacht is. Eerst maken we een röntgenfoto van de onderkaak. De chirurg maakt een snee van 2,5 cm lang onder de kaakrand van uw kind. Daarna plaatst hij daar twee oplosbare plaatjes. Deze plaatjes worden door een schroefje uit elkaar gedrukt. Dit schroefje komt net boven het oor naar buiten. Het schroefje wordt twee keer per dag één mm aangedraaid. De totale verlenging is dus twee mm per dag. Hier beginnen we twee dagen na de operatie mee en dit proces duurt zeven tot tien dagen.Na afloop van de behandeling controleert de KNO-arts of de tong ver genoeg naar voren is gekomen. Als dat het geval is, halen we het beademingsbuisje uit de keel van uw kind. De schroefjes worden zo’n vier weken na de behandeling teruggedraaid. Dit gebeurt op de polikliniek. Uw kind hoeft hierbij niet onder narcose. De plaatjes zijn oplosbaar en verdwijnen gemiddeld na één jaar helemaal. Deze operatie is bij 95% van de kinderen succesvol.
Ontslag met buikligging of NPT
Gemiddeld wordt een kind met een Pierre Robin twee weken opgenomen om hem/haar goed te kunnen observeren, om ouders alle zorg aan te leren en hen met vertrouwen naar huis te laten gaan. In deze weken komen er veel disciplines langs waardoor dit vaak als een drukke tijd wordt ervaren. Het is belangrijk om hierin zowel door het kind als de ouders voldoende rust te nemen. Stem dit af met de verpleegkundige. Indien extra ondersteuning wenselijk is, kan er maatschappelijk werk ingeschakeld worden.
Kinderen die in buikligging of met een NPT behandeld worden gaan met een saturatiemeter naar huis. De saturatiemeter alarmeert bij afwijkende waardes waardoor ouders gewaarschuwd worden. Ouders krijgen een reanimatietraining en een stappenplan (stoplicht) mee naar huis, om bij onverwachte situaties te kunnen handelen.
Het transferbureau zal tijdens opname zorgen dat alle materialen en apparatuur thuis geleverd worden.
Controle na ziekenhuisopname
Na ontslag zullen de kinderarts en de verpleegkundig specialist het kind en de ouders vervolgen op de polikliniek. Er wordt dan regelmatig gekeken naar bloedgas, groei, ademhalingsproblemen en eventuele monitoralarmen. De verpleegkundig specialist is in de tussentijd laagdrempelig benaderbaar voor vragen.
Als een kind met een NPT goed groeit en er geen ademhalingsproblemen meer zijn, zal na 3 tot 6 maanden gekeken worden of de NPT veilig verwijderd kan worden. Hiervoor zal er een nachtelijke opname op afdeling Schildpad afgesproken worden, waarbij de NPT verwijderd wordt en de ademhaling geobserveerd wordt. ‘s Ochtends wordt er een bloedgas geprikt. Tijdens de artsenvisite worden de uitslagen bekeken en wordt besloten of het kind naar huis mag zonder NPT. De monitor wordt dan nog wel enkele weken gecontinueerd.
Het sluiten van de spleet in het gehemelte
Het gehemelte sluiten we meestal pas wanneer uw kind de leeftijd bereikt van rond de twaalf maanden. Het schisisteam begeleidt u en uw kind bij alle aspecten van de schisis. Voor de operatie waarbij het gehemelte gesloten wordt, nemen we uw kind enkele dagen in het ziekenhuis op.
Spraak- en taalontwikkeling
Kinderen met een Pierre Robin hebben de neiging om door de neus te praten. De logopedist kan uw kind begeleiden bij de ontwikkeling van het spreken. Het schisisteam kan dit voor u regelen. Door middel van gerichte oefeningen kan uw kind afleren om door de neus te praten. Als uw kind een te kort gehemelte heeft, dan kan het nodig zijn om een spraakverbeterende operatie uit te voeren. Dit wordt meestal gedaan als uw kind vier of vijf jaar oud is.
Kaak- en gebitsproblemen
Als de kaak van uw kind te klein is voor het blijvende gebit, is een beugel vaak een goede oplossing. De orthodontist meet de beugel aan. In ernstige gevallen volgt een operatie, waarbij de kaakchirurg de kaak van uw kind verlengt.
Als de tanden en kiezen van uw kind niet goed kunnen groeien, is regel-matige controle van een kindertandarts en een orthodontist extra belangrijk.
Meer informatie
Emotionele gevolgen
De verzorging van een kind met een Pierre Robin kan zwaar zijn. De schrik is groot als een kind met een aangeboren aandoening wordt geboren. De ademhalings- en voedingsproblemen kunnen belastend en frustrerend zijn. Ouders hebben vaak behoefte aan informatie over een Pierre Robin en willen graag hun ervaringen uitwisselen met andere ouders.
Er zijn verschillende verenigingen voor ouders:
- Stichting Pierre Robin Europe (www.pierrerobineurope.com)
- Schisisnederland (www.schisisnederland.nl)
- Facebook; besloten groep
- BOSK (www.bosk.nl)