Onderzoek naar het hart
De diagnose aangeboren hartafwijking (of congenitale aandoening) wordt steeds vaker al tijdens de zwangerschap gesteld. Dit gebeurt door echocardiografie (echo).
Als bij de 20 wekenecho een hartafwijking wordt vermoed, zal de kindercardioloog samen met de gynaecoloog een specifiek hartecho-onderzoek doen bij de nog ongeboren baby. In de meeste gevallen is hiermee een diagnose te stellen. in uitzonderlijke gevallen wordt in studieverband een MRI van de nog ongeboren baby gemaakt.
Soms komt het vermoeden op een hartafwijking pas na de geboorte, bijvoorbeeld door blauw zien, overmatig zweten of niet goed drinken en groeien. Dan zal op de polikliniek of afdeling een echo worden gedaan om de diagnose te stellen.
Hieronder staan de verschillende hartonderzoeken die kunnen worden uitgevoerd ná de geboorte van uw kind: